Brandwonden

BRANDWONDEN

Drie categorieën brandwonden

Als u zich ergens aan brandt, ontstaat op die plek een brandwonde. Er zijn verschillende soorten brandwonden.

Een eerstegraads brandwonde is een rode, droge, pijnlijke plek.

Een tweedegraads brandwonde is ook rood en pijnlijk. De plek is vochtig en soms ontstaan er blaren.

Een derdegraads brandwonde is geelwit of bruin en doet geen pijn, terwijl het juist een ernstige verbranding is. De brandwonde is zo diep dat de zenuwuiteinden in de huid vernietigd zijn. Daardoor voelt u geen pijn meer. Als de huid nog erger verbrandt, ontstaan er zwarte plekken. Dit heet verkoling.

Een verbranding geeft meestal pijn. De ernst van een brandwonde is niet alleen afhankelijk van de diepte van de verbranding. Ook de omvang van de wonde telt mee. Eerste- en tweedegraads brandwonden genezen bijna altijd zonder littekens. Diepere brandwonden kunnen wel littekens geven. Door deze littekens kan de huid vergroeien. Soms kan daardoor het bewegen van een gewricht moeilijk worden.

Hoe brandwonden voorkomen en best behandelen?

U kunt veel doen om verbrandingen te voorkomen. Zet pannen bijvoorbeeld achterop het fornuis, vooral als u kleine kinderen heeft. Zet een hete theepot niet op de rand van een tafel, maar in het midden. Gebruik goede ovenhandschoenen.

Bij een verbranding is direct koelen onder stromend water heel erg belangrijk. Afkoeling remt de verbranding. De schade blijft dan beperkt. Houd de brandwonde minstens vijf minuten onder de kraan of douche. Gebruik koud tot lauw zacht stromend water. IJskoud water geeft kans op onderkoeling. Als er geen stromend water is, kunt u natte lappen gebruiken. Zelfs onderdompelen in een sloot is beter dan niets doen.

Laat kleding die aan de brandwond kleeft, gewoon zitten. De huid beschadigt als u de kleding lostrekt. Raak een brandwond zo min mogelijk aan, om de kans op een infectie klein te houden. Smeer geen zalf op de brandwonden. Een droge, rode plek hoeft u niet af te dekken. Als de wond open is of als er blaren zijn, doe er dan verband op, zodat er geen vuil bij kan komen.